Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij [91]de voetstappen Uws gezalfden smaden. 91. Dat is, de daden en regering van uw koning. Hetwelk in zulker voege verstaan moet worden van de koningen van Juda, dat het bijzonderlijk is te duiden op Jezus Christus, den eeuwigen Koning der kerk, van welken voorzegd is Gen.3:15, dat hem de slang de verzenen zou vermorzelen. Sommigen duiden dit smaden van de voetstappen des gezalfden op het bespotten van de trage toekomst van den Messias.